Hongarije & Budapest

De schatkist der magyaren

VTB

home

fotos

We gaan naar Hongarije, een land in het centrum van Europa dat in zijn bewogen geschiedenis heel wat vreemd volk over de vloer kreeg; de mongolen, de turken, de oostenrijkers, de nazihorden, de sovjets en nu 25 vlamingen en onze VTB reisleider, Jozef Claes. Malév, levert ons gezond en wel af in Budapest tegen de middag en we zijn er vroeg genoeg voor een korte verkenning en een eerste kennismaking. De bus brengt ons naar de burchtheuvel. De burcht werd voor het eerst gebouwd nadat de mongolen op bezoek waren geweest en ze werd nadien nog verschillende keren verwoest en steeds weer heropgebouwd, voor het laatst in 1950. Aan heroïsche standbeelden geen gebrek, Szent István (St Stefanus I) eerste koning van Hongarije, Görgey Artùr held van de revolutie van 1848 tegen de Habsburgers en de mytische Turul, die het ganse zaakje bewaakt. De Matthiaskerk, waar alle koningen gekroond werden staat in de steigers en is dicht maar het Vissersbastion, de gezellige straatjes en het geweldige uitzicht over de Donau en Pest compenseren dat in ruime mate.

Dag 2 zondag 6/9

De zon is er en wij ook want we zijn vroeg op stap. We nemen de boot en varen stoomopwaarts de Donau af naar Szentendre. Het is zondag, lekker weer en de autochtonen genieten evenzeer van een vrije dag op en rond de Donau en het Margit eiland.
  Szentendre lijkt wel zó weggelopen uit een toeristenfolder. Kleurrijke huisjes, smalle straatjes en winkeltjes met allerlei snuisterijen die lonken naar de vele bezoekers. We wippen even binnen in een servisch orthodox kerkje en bezoeken het museum van Margit Kovàcs, een plaatselijke kunstenares met wereldfaam die met klei en ceramiek werkte.
  De bus wacht ons op aan de parking en we rijden naar Visegràd. Daar ligt op een heuvel wat overschiet van het vroegere burchtpaleis van koning Matthias Corvinus nadat de mongolen en later de turken er de inboedel wat herschikten. Het ligt op een heuvel en je hebt een panoramisch uitzicht op de Donau, de beboste heuvels van het Pilis- en Börzönygebergte, de Salomon Toren met z'n 8m dikke muren en Slowakije aan de overzijde van de rivier. Om het geheel wat aan te kleden heeft men met wassen beelden een middeleeuwse schranspartij en een dansavondje uitgebeeld en prijken er de kopijen van de Hongaarse kroonjuwelen.
  De bus weer op en naar Esztergom voor een bezoek aan de basiliek, de grootste van Hongarije.
  We blijven in de middeleeuwse sfeer voor het diner in restaurant Renaissance waar ieder een kartonnen kroon op het hoofd krijgt en een paar uitverkorenen van de groep zich mogen tooien in koninklijke gewaden.

Dag 3 maandag 7/9

We rijden eerst naar Kecskemét, een leuk stadje met een paar mooie jugendstilgebouwen, zoals het stadhuis en het "bont paleis". We lopen eventjes het gebouw van de vroegere synagogue binnen, nu herdoopt tot "Huis van wetenschap en techniek" waar een kleine tentoonstelling is van beeldhouwwerken van Michelangelo. We lummelen wat rond op het verkeersvrije plein en kunnen nog even in de Fransiscanerkerk die gelukkig open is.
  Volgens het programma staat deze dag in het teken van de poesta, maar wie denkt dat hij die weidste steppe ook te zien krijgt is er aan voor de moeite. We gaan enkele kilometers verder naar een voor toeristen gebouwde boerderij in een verkaveld landbouwgebied, met tribune annex restaurant, waar een zestal Csikós met veel zweepgeknal hun kunnen op (zonder zadel!) en mét de paarden demonstreren. Hoogtepunt is natuurlijk het koch-vijfspan, genoemd naar de oostenrijkse schilder die het naar zijn verbeelding op het doek zette, tot een hongaarse waaghals het ook in werkelijkheid omzette. Bij het flitsend schouwspel is fotograferen niet altijd gemakkelijk.
  Tijdens de lunch is er muzikale ondersteuning van een trio dat goed speelt, en zorgvuldig rond iedere tafel blijft hangen tot er voldoende forinten zijn opgehoest.
  Terug in Boedapest worden we afgezet aan de Erszebet brug, slurpen een drankje in het prachtige Gerbeaud Cafe en wandelen terug naar ons hotel.

Dag 4 dinsdag 8/9

De zon staat alweer aan de hemel en wij vertrekken weer vroeg want we hebben een 2 uur lange rit voor de boeg naar Pannonhalma, naar het meer dan 1000 jaar oude benedictijner klooster, na Monte Cassino de grootste territoriale abdij ter wereld, since 1996 door Unesco op de lijst van werelderfgoed geplaatst en vandaag nog altijd een kostschool voor jongens.
  Het ligt strategisch op een heuvel en dus was het bijwijlen ook een vesting met een prachtig uitzicht over de omgeving. Mooie gotische basiliek, knappe glasramen en een crypte waar de Belgische prinses Stefanie, ooit gehuwd met Rudolf kroonprins van Oostenrijk, begraven ligt, maar het pronkstuk is de bibliotheek met meer dan 360.000 boeken.
  Nog een weinig inspirerend filmpje over het kloosterleven en dan rijden we naar Veszprem voor de lunch. Die loopt wat uit en het bezoek aan het mooie stadje is eerder symbolisch want we worden verwacht in Herend, een klein gehucht met een wereldberoemde porceleinfabriek. Om een koffieservies van Herend te bezitten moet je flink in de slappe was zitten. De fabriek, gesticht in 1839, levert op bestelling aan vorstenhuizen, staatshoofden en de rijke sloebers der aarde. In het aanpalend museum worden de paradestukjes van de laatste 160 jaar tentoongesteld en we krijgen een demonstratie hoe al dat moois liefdevol, met de hand wordt gedraaid, gekneed, geboetseerd, gekleefd en beschilderd.
  We zijn hier niet ver van het Balatonmeer en dus gaan we daar nog eventjes langs voor een snelle fotostop op het schiereiland Tihany. De kerk waar een van de vorsten van Hongarije, András I, begraven ligt, is reeds gesloten maar we kunnen nog wel vlug de lokale sfeer opsnuiven voor we terugkeren naar Budapest.

Dag 5 woensdag 9/9

We blijven in Pest vandaag. We wandelen naar de Grote Synagogue, de grootste van Europa, er is te weinig tijd voor het geleid bezoek, en dus beperken we ons maar tot de buitenkant en de Boom des levens, met op de blaadjes de namen van de omgekomen Hongaarse Joden. We slenteren verder door de straten, bewonderen de Jugendstil gevels, gaan even binnen in de Sint Annakerk, die in de steigers staat en zoeken een terrasje op in de winkelwandelstraat voor een snelle hap.
  De overdekte Centrale Markthal, die keizer Wilhelm bij de opening in 1897 bezocht, is vlakbij en dus lopen we daar met plezier door. Worsten, paprikas, groenten en fruit, heel kleurrijk.
  We worden opgepikt door de bus die ons naar de Sint Stefanusbasiliek brengt. Voltooid in 1905 en gewijd aan koning Stefanus I (Szent István). Hij liet zich dopen in 985, werd heilig verklaard in 1083 en zijn rechterhand wordt als relikwie in de basiliek bewaard.
  Van hier rijden we naar het Heldenplein met het millenium monument opgericht ter ere van het 1000 jarig bestaan van Hongarije. De 7 stamhoofden van de Magyaren die van uit de Oeral het land binnen galoppeerden staan er krijgshaftig en niet bepaald als adonissen bij in schril contrast met het schoon volk dat er vandaag rondhangt. Vlak daarbij ligt het grote stadspark met daarin de Vajdahunyadburcht, een kopij van dezelfde burcht in Transsylvanië, de dierentuin en het Széchenyi badhuis.
  In Restaurant ("étterem" in het hongaars) Gundel, een van de duurste in Budapest, pikken we snel een drankje mee voor we verder gaan want om 17:30 hebben we afspraak in het Parlement voor een rondleiding. Prachtig gebouw waarvan maar de helft gebruikt wordt doordat de zaal van het Hogerhuis in onbruik is geraakt.
  Ook de originele kroonjuwelen liggen er ten toon. Het ongelukkige hoofddeksel met het scheve kruis en bijbehorende attributen heeft al een even turbulente geschiedenis achter de rug als het land zelf en geraakte na 1945 zelfs in Amerika waar het in Fort Knox werd bewaard tot in 1978 Carter het ganse stel terugbezorgde aan Hongarije.
  's Avonds wandelen we nog eens de stad in naar het bekende koffiehuis (kàvèhàz) New York voornamelijk om het rijke interieur te bewonderen.

Dag 6 donderdag 10/9

We gaan naar Eger. Als er al een plaats is in Hongarije die tot de verbeelding spreekt dan wel Eger, want hier gaven 2000 Hongaren in 1552 een grote Turkse overmacht van bijna 100.000 man een bloedneus. De 19e eeuwse schrijver Géza Gárdonyi schreef er een boek over "Sterren van Egri" en dat is verplichte lektuur voor iedere Hongaar die naam waardig. In het fort en de kazematten staan de kanonnen nog opgesteld en is er het (lege) praalgraf van de bevelhebber István Dobó en een deel van de namen van de verdedigers tegen de muur. De schrijver van het boek is er wel zelf begraven.
  Behalve voor dit roemruchte wapenfeit, is Eger ook bekend voor z'n wijn de Egri Bikaver of Stierebloed, en daar mogen wij ook eens van proeven.
  Op het Dobóplein wordt de overwinning op de Turken nog eens extra in verf gezet met enkele heroïsche standbeelden. Mooie stad trouwens met gezellige terrasjes, barokke huizen, enkele monumentale kerken en een enorme basiliek.

Dag 7 vrijdag 11/9

We mogen wat uitslapen want we vertrekken maar om 10:30. We gaan vandaag naar Gödöllö naar het Grassalkovichkasteel, of het "kasteel van Sissi". Het was een geschenk van Hongarije aan Franz Jozef en zijn echtgenote ter ere van hun kroning tot koning en koningin van Hongarije en het was een enorm populaire pleisterplaats tijdens haar leven. Nadat veel later het Russische leger er een tijdje had in gelogeerd en het ook dienst had gedaan als een ouderlingentehuis zag het er iets minder goed uit. De restauratie is nog aan de gang en er is nog wel wat werk aan de winkel, maar het deel dat opgekuist is en bemeubeld (men heeft er wel wat musea voor moeten plunderen) ademt het terug de mythe van romantiek uit van weleer. Elizabeth hield van Hongarije en de Hongaren van Elizabeth.
  De Kerepesi begraafplaats waar tal van prominenten een mausoleum hebben ligt in het centrum en aangezien we nog wat tijd te doden hebben maken we er een kleine wandeling door.
  's Avonds hebben we afspraak met de Operetteboot voor een tochtje op de Donau. Je zit letterlijk een beetje op mekaars schoot temidden van een zeer internationaal stel bezoekers maar je hebt zicht op de verlichte gebouwen en bruggen van "Budapest by night" en we krijgen er een buffet en een zang- en dansvoorstelling bij, zelfs een buikdanseres is van de partij, een van de betere overblijfsels van de Turken.

Dag 8 zaterdag 12/9

Laatste dag en we hebben een gesluierde zon. Onze vlucht is pas om 17:35 dus hebben nog heel wat uurtjes die naar keuze kunnen opgevuld worden. Wij opteren voor een bezoek aan het Magyar Nemzeti Muzeúm ofte het Hongaars Nationaal Museum. De hele geschiedenis van Hongarije wordt hier uit de doeken gedaan met verrassend veel originele attributen van het prille begin tot in de 20ste eeuw, de 1000 jaar oude koningsmantel die bij de kroningen gebruikt werd en het kleed waarin Sissi vermoord werd zijn er enkele van. Overigens heeft het Museum een geweldig imposant interieur
  Als laatste gaan we naar de citadel hoog boven op de Gellértberg. Genoemd naar Sint Gellért die door een paar heidense stamhoofden in een vat werd gestopt en van de heuvel gerold. Hoe dat aanvoelt zou ik niet weten, maar te voet naar boven is het in ieder geval een steile klim.
  De citadel werd door de Oostenrijkers gebouwd na de revolutie van 1848 om de Hongaren wat te imponeren, de Russen plaatsten er een paar van hun megalomane beeldhouwwerken bij in 1947 en vandaag is het plek van waar je een prachtig uitzicht hebt over Buda, Pest en de Donau.

Mooie afsluiter van een mooie reis, een beetje oppervlakkig maar misschien moeten we nog eens terug gaan.